Handpoppen hebben iets magisch: zodra je je hand er in stopt komen ze tot leven. Kinderen worden er als een magneet naartoe getrokken en vergeten helemaal dat er een mens achter staat. Ze praten tegen de pop alsof er verder niemand bij is.
Bij het maken van handpoppen probeer ik zoveel mogelijk ruimte te laten voor die magie; de poppen niet een specifieke uitdrukking of emotie mee te geven. Maar tegelijkertijd mogen ze in tegenstelling tot de zonnekindpoppen wel een duidelijk karakter hebben.
Ik maak handpoppen met een hoofdje en handjes van tricot, in de stijl van de zonnekindpoppen. Daarnaast maak ik ook dierfiguren door middel van natvilten. Afhankelijk van het soort dier, kies ik er de soms voor om de hele pop te vilten en in andere gevallen krijgt de pop net als de traditionele handpoppen een lijfje van stof. Of ik recycle hiervoor een wollen trui.